Het verhaal begint met een proloog waarin Mildheid vertelt dat Gierigheid het huis uit moet en dat het afgelopen moet zijn met het geheimzinnige gedoe en wantrouwen om de pot van Warenar. De pot beheerst Warenars leven, hij is achterdochtig omdat hij bang is dat de pot ieder moment gestolen kan worden en alle mensen vinden hem een dwaas. Doordat mildheid gierigheid overwint komt er een wending in het verhaal en stopt het gedoe om de pot goud. Warenar komt langzaam maar zeker tot het inzicht dat het geen zin meer heeft om de pot te verstoppen. Mildheid overwint gierigheid en het verhaal loopt goed af.
Het stuk draait om de strijd tussen mildheid en gierigheid en wie uiteindelijk zal overwinnen. In het begin is Warenar een gierige man en draait zijn hele leven om het beschermen van de pot goud. Totdat hij tot het inzicht komt dat de pot met goud hem alleen maar leed heeft opgeleverd. Hij verandert van een gierige, wantrouwende man, in een gulle, vertrouwende man. Mildheid wint van gierigheid.
Het toneelstuk hoort bij de Renaissance en is geschreven door P.C. Hooft. Hooft word ook wel de meest karakteristieke vertegenwoordiger van de Renaissance genoemd. In deze nieuwe stroming werd de literatuur een stuk diepzinniger en kwamen in het taalgebruik woordspelingen en dubbelzinnigheden voor. De schrijver probeerde de lezer niet alleen te vermaken maar ook iets te leren. Dat is ook terug te zien in dit verhaal. Het is duidelijk te merken dat de schrijver de lezer iets wilt bijbrengen. Het hele verhaal draait namelijk om mildheid of gierigheid. Kies je ervoor om als een wantrouwende gierigaard door het leven te gaan of laat je het los en word mild en gaat mensen vertrouwen? Warenar veranderd van een wantrouwende man in een milde man en hiermee laat hij dus zien dat iemand kan veranderen. Door het inzicht te krijgen, kan een persoon veranderen. Het einde laat dan ook goed zien dat de schrijver de lezer iets wilt bijbrengen.
Ook de woordspelingen zijn terug te vinden in sommige stukken van het verhaal. Een voorbeeld is de zin: ’Hoe gaetse voort, as ien luys op ien terighe huyck’ Er word eigenlijk gezegd: ’O, ze is zo traag als een luis op een met teer besmeurde jas.
Het verhaal hoort bij de blijspelen. Het is namelijk in spreektaal geschreven, het verhaal is goed te begrijpen en het loopt goed af. Een andere functie van het blijspel was het voorhouden van een spiegel. Hooft laat in dit stuk zien wat hebzucht met een mens kan doen en hoe het iemands leven kan beheersen. Zijn doel was de mensen normen en waarden van goed gedrag aan te leren. Het verhaal laat de fouten en gebreken van mensen zien, er zat een moraal in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten