woensdag 11 maart 2015

Donkere kamer van Damokles

De schrijver, Willem Frederik Hermans.

Willem Frederik Hermans is een Nederlands prozaschrijver geboren te Amsterdam. Hermans wordt wel gezien als een van de ‘Grote Drie’ in onze literatuur, naast Mulisch en Reve. Opvallend is dat Hermans niet in te delen valt bij een bepaalde stroming. Hij was in zijn leven en werk een individualist, voor wie geen middenweg bestond en die niet zelden de confrontatie opzocht.

Hermans groeide op in een onderwijzersgezin. Tijdens zijn jeugd vertelde zijn vader hem dat hij niks kon en dat hij een voorbeeld moest nemen aan zijn zus, daarom had hij een hekel aan haar.

Tijdens de inval van de Duitsers in mei 1940, pleegde zijn zus en neef (zij waren getrouwd) zelfmoord. Ondanks de hekel die Hermans aan zijn zus had was dit een grote schok voor hem.

Deze gebeurtenissen kun je terug vinden in zijn boeken. In verscheidene boeken worden deze gebeurtenissen beschreven. Bijvoorbeeld in de Kamer van Damokles hier heeft de hoofdpersoon ook een relatie met een familielid, namelijk zijn nicht.

Hermans ging na het gymnasium fysische geografie studeren aan de universiteit van Amsterdam. Hij slaagde in 1955 cum laude en was van 1958-1973 lector in Groningen.
In 1973 verliet hij Nederland enigszins verbitterd, door gebeurtenissen in Groningen. Hij ging naar Parijs en vestigde zich daar als schrijver. 
Daar schreef hij een aantal boeken over de gebeurtenissen in Groningen. 

In de jaren vijftig begon Hermans met het schrijven van romans over de tweede wereldoorlog. Voorbeelden hiervan zijn Conserve (1947) en De tranen der acacia’s (1949). In het laatste boek zag men een door de oorlog getekende generatie, zonder hoop, geloof en idealen. De hoofdpersonen bedriegen elkaar en zijn wanhopig. Bovendien liet Hermans in het boek zien dat het Nederlands verzet tegen de Duitsers niet altijd even heldhaftig was. Het verzet bestaat in De tranen der acacia’suit een zootje ongeregeld: leugenaars. 

Hermans was een pessimist: de mens heeft simpelweg niet genoeg middelen tot zijn beschikking om zijn bestaan te begrijpen. Dit thema komt sterk naar voren in Het sadistisch universum (1964), maar ook in romans als De tranen der acacia’s (1949) en De donkere kamer van Damocles (1958). Hij leidt een leven waarin veel mislukking voorkomen door de confrontatie tussen zijn eigen wereldbeeld en de wereld zoals die zich voordoet aan de mens. Volgens Hermans zijn er geen waarheden en valt er weinig zinnigs over het leven te zeggen. Het leven is hard en willekeurig. Goed willen doen in deze wereld heeft volgens Hermans weinig zin. De exacte wetenschap en de logica zijn waren voor Hermans een positief uitgangspunt. 

Hermans overleed in april 1988. Na zijn dood is het Willen Frederik Hermans instituut (WFHI) opgericht. Dit instituut is gevestigd in de Koninklijke Nationale Bibliotheek in ‘s-Gravenhage. De erven van Hermans zijn een van de sponsoren.

Bronnen:

http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20027.html
http://www.antiqbook.info/nl/verzamelen/literatuur/hermans.phtml

 

Serie foto’s.

 



 

 

 

 

 

 

 

 


Toelichting over het thema: Goed en fout.

Het boek speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog, in deze periode waren goed en fout belangrijke begrippen. De begrippenwerden gebruikt om onderscheid aan te brengen tussen diegene die zich in de jaren 1940-1945 verzetten tegen de Duitsers, en diegenen die met de Duitsers samenwerkten.

Tijdens de bezetting werden de begrippen goed en fout gebruikt in de illegale pers, maar ook de nazipropaganda gebruikte de begrippen. Bijvoorbeeld op posters met de tekst ‘Wie is de goede Nederlander?’.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de mensen die in het verzet zaten, en dan vooral diegenen die gewapend verzet hadden gepleegd of die joden en onderduikers hadden geholpen, gemarkeerd als goed. De mensen die de Duitsers hadden geholpen, in het bijzonder leden van de NSB en de Nederlandse SS, werden terzijde gezet onder de verzamelnaam fout.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd er een begin gemaakt met de geschiedschrijving van de oorlog. Het was de taak van Dr. Lou de Jong. Hij schreef het uit veertien delen bestaande Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Het beeld dat Lou de Jong hierin schetst van de bezettingsjaren is erg zwart-wit: de Nederlanders waren of goed of fout in de oorlog. Van enige nuance was geen sprake.

Pas sinds kort is er aandacht gekomen voor een meer genuanceerde kijk op de Nederlanders tijdens de oorlog. Chris van der Heijden schreef het boek Grijs verleden. Hierin word duidelijk gemaakt dat het zwart-wit beeld van Dr. Lou de Jong wel bestond, maar dat het uitzonderlijk was. De meeste Nederlanders leefde tussen zwart en wit in.

In de donkere kamer van Damocles komen de begrippen goed en fout ook terug. Osewoudt word gezien als een landverrader (fout), maar hij zat juist in het verzet. De enige manier om dit te bewijzen is Dorbeck, maar die is spoorloos verdwenen. 

Bronnen:
http://www.rug.nl/education/scholierenacademie/scholieren/profielwerkstuk/alfasteunpunt/subjects/onderwerpen/geschiedenis
http://nl.wikipedia.org/wiki/Goed_en_fout_in_de_Tweede_Wereldoorlog

Motto van filosoof Ludwig Wittgenstein op pagina 319:

'Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.

Men zou kunnen willen zeggen: "Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek."

- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.'

Het motto gaat over Dorbeck. Osewoudt word gezien als landverrader en de enige die zijn onschuld kan bewijzen is Dorbeck, maar hij is spoorloos verdwenen. Alle getuigen die er zijn getuigen tegen hem, doordat Osewoudt veel op Dorbeck lijkt. Het enige waarmee Osewoudt nog kan bewijzen dat Dorbeck bestaat, is een foto van hem en Dorbeck. De foto wordt ontwikkeld, maar er is niets te zien.

 

Titelverklaring.

De donkere kamer verwijst naar de kamer waarin de foto’s worden ontwikkeld. Het kan ook zijn dat met de donkere kamer een gevangeniscel wordt bedoeld.

Damocles was in de Griekse oudheid een hoveling van de tiran Dionysius. Damocles was een opschepper en vertelde Dionysius hoe jaloers iedereen wel niet op hem was. Dionysius bood Damocles op een dag een banket aan in zijn paleis. Eerst vond Damocles het fijn om een luxe leventje te leiden, maar toen merkte hij dat Dionysius boven zijn hoofd een zwaard aan paardenhaar had opgehangen. Dit was om het gevaar te laten zien, waardoor iemand die gelukkig en machtig is door bedreigd word. 

De uitdrukking luidt: ‘Het zwaard van Damocles hangt hem/haar boven het hoofd’.

In het boek is Dorbeck de dreiging. Doordat osewoudt hem heeft ontmoet is hij dingen gaan doen die hij voor de ontmoeting met Dorbeck nooit gedaan zou hebben. Door Dorbeck beland Osewoudt in de cel, want hij is de enige die zijn onschuld kan bewijzen maar hij is spoorloos verdwenen. Een gevangeniscel is een donkere kamer en in die gevangeniscel zou eigenlijk Dorbeck moeten zitten. Vandaar de naam De Donkere Kamer van Damocles.

 

Lofrede.

Wanneer je in het boek begint merk je gelijk dat Hermans een negatief beeld van Osewoudt schetst. Osewoudt is lelijk, heeft geen gezichtshaar, klein en getrouwd met zijn afgrijselijke zevenjaar oudere nicht en zijn moeder heeft zijn vader vermoord. Zijn leven staat eigenlijk al vast, hij werkt in de sigarenwinkel van zijn vader, zorgt voor zijn mentaal zieke moeder en heeft een vrouw. Wanneer de oorlog uitbreekt verdwijnt het negatieve zelfbeeld door een Engelse officier, genaamd Dorbeck. Dorbeck is de verbeterde versie van Osewoudt. Door de opdrachten die Osewoudt van af dat moment krijgt van Dorbeck, word hij een heel ander persoon. 

Het boek laat zien dat niemand te vertrouwen is. Hier kom je gedurende het lezen van het boek achter. Osewoudt doet alles voor Dorbeck zonder dat hij er over nadenkt, maar wanneer hij Dorbeck het hardste nodig heeft is hij spoorloos verdwenen.

Hermans beschrijft de personages en gebeurtenissen op een bijzondere manier. Hij vergelijkt de eigenschappen van zijn personages op een aparte, maar toch goede manier.

Door deze schrijfwijze van Hermans kun je goed zien hoe Osewoudt is. Zijn negatieve zelfbeeld is heel duidelijk beschreven. Het zorgt er ook voor dat je tijdens het lezen alles voor je ziet, doordat het in de puntjes beschreven is.

Ondanks het moeilijke taalgebruik is het boek toch gemakkelijk te lezen. Dit komt door de schrijfwijze van Hermans. Het verhaal geeft de chaos van de oorlog goed weer. Het laat zien dat de leden van het verzet niet altijd de vaderlandse helden zijn die je verwacht. De Duitsers, die beschouwd worden als de slechteriken van de Tweede Wereldoorlog, krijgen van Hermans menselijke, sympathieke trekjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten