Erik of het klein insectenboek
Auteur:Godfried Bomans.
Uitgegeven: 1940
Genre: Sprookjes, jeugdboek
Onderwerpen: Dierenverhalen, Fantasie & werkelijkheid
'Het eerste wat de kleine Erik deed in het land Wollewei was - huilen. Ja, dat is nu wel een beetje vervelend om te vertellen; maar deden wij soms anders toen wij voor het eerst gezet werden in het schilderij waarin we nu al zo lang leven?'
De kleine Erik is een fantasierijk jongetje dat verlangt naar iets speciaals. Op een avond vlak voor een geplande schooltoets over insecten ligt hij wakker in bed. Plotseling komen alle schilderijen in leven ook het schilderij 'Wollewei'. Dit laatste schilderij is een landschap met allemaal insecten, Erik vraagt zich af wat er daar afspeelt en klimt het schilderij in. In deze fantasiewereld ontmoet Erik vele verschillende personages en komt hij van alles te weten.
Erik is een nieuwsgierig jongetje van negen jaar, die terecht kom in een fantasiewereld. Hij is er beleefd en gedraagt zich op een goed opgevoede manier naar de insecten toe. Erik is een perfect voorbeeld van het denkbeeld 'het gras is altijd groener aan de andere kant'. Hij verlangt er na om naar een andere wereld te gaan en tot zijn vreugde komt hij ook terecht in een fantasiewereld. Maar na een tijdje begint hij te beseffen dat thuis eigenlijk ook wel heel fijn is en hij krijgt heimwee.
Ook ziet hij niet meteen de slechte eigenschappen van de insecten, omdat hij altijd uit gaat van het goede in een mens. Dit maakt hem ook wel een beetje naïef, alhoewel het blijft een jongentje van negen. In het begin van het verhaal voelt hij zich slimmer dan de insecten, omdat hij veel informatie over ze weet uit het Solms insectenboek.
Erik heeft min of meer de eigenschappen die elke jongen van negen heeft: hij is nieuwsgierig, een beetje naïef, denkt dat alles ergens anders beter is dan bij hem en ziet niet het slechte in mensen.
De insecten die beschreven worden in het boek, hebben elk een negatieve eigenschap. Deze negatieve eigenschappen lijken verdacht veel op de negatieve eigenschappen van de mens.
De wespen, de familie van Vliesvleugel, zijn verwaand. Ze zijn van adel en ze vinden zichzelf beter dan de bijen, het arbeidersvolk. De spin lijk in eerste instantie een lief beestje, maar blijkt gemeen en achterbaks.
De worm is eigenwijs en denkt dat hij de weg terug wel weet, maar hij is daar zo druk mee bezig dat hij met zichzelf in de knoop raakt. Letterlijk!
De slak denkt dat hij belangrijker is omdat hij mooi genoeg is en geen extra vel nodig heeft. Tenslotte zijn er nog de mieren die alleen met zichzelf bezig zijn, zij zijn immers de sterkste van het rijk.
Het mooie van het boek is dat waarheden zijn beschreven op een sprookjesachtige manier. De negatieve kant die iedereen wel in zich heeft komt heel mooi naar voren in dit boek. Ook het menselijke verlangen om van tijd tot tijd in een nieuwe wereld te willen stappen, waar de werkelijkheid beter zal zijn. In die zin is Erik of het Kleine insectenboek geen sprookje, maar de realiteit. Onder de humor en fantasieën ligt een serieuzere boodschap, die van het leven. Verschillende stukken in het boek blijven je hier constant aan herinneren.
Al met al is Erik of het Kleine insectenboek een aanrader voor jong en oud. Het is een sprookje, maar eentje die waarheden en levensboodschappen onderstreept.
Uitgegeven: 1940
Genre: Sprookjes, jeugdboek
Onderwerpen: Dierenverhalen, Fantasie & werkelijkheid
'Het eerste wat de kleine Erik deed in het land Wollewei was - huilen. Ja, dat is nu wel een beetje vervelend om te vertellen; maar deden wij soms anders toen wij voor het eerst gezet werden in het schilderij waarin we nu al zo lang leven?'
De kleine Erik is een fantasierijk jongetje dat verlangt naar iets speciaals. Op een avond vlak voor een geplande schooltoets over insecten ligt hij wakker in bed. Plotseling komen alle schilderijen in leven ook het schilderij 'Wollewei'. Dit laatste schilderij is een landschap met allemaal insecten, Erik vraagt zich af wat er daar afspeelt en klimt het schilderij in. In deze fantasiewereld ontmoet Erik vele verschillende personages en komt hij van alles te weten.
Erik is een nieuwsgierig jongetje van negen jaar, die terecht kom in een fantasiewereld. Hij is er beleefd en gedraagt zich op een goed opgevoede manier naar de insecten toe. Erik is een perfect voorbeeld van het denkbeeld 'het gras is altijd groener aan de andere kant'. Hij verlangt er na om naar een andere wereld te gaan en tot zijn vreugde komt hij ook terecht in een fantasiewereld. Maar na een tijdje begint hij te beseffen dat thuis eigenlijk ook wel heel fijn is en hij krijgt heimwee.
Ook ziet hij niet meteen de slechte eigenschappen van de insecten, omdat hij altijd uit gaat van het goede in een mens. Dit maakt hem ook wel een beetje naïef, alhoewel het blijft een jongentje van negen. In het begin van het verhaal voelt hij zich slimmer dan de insecten, omdat hij veel informatie over ze weet uit het Solms insectenboek.
Erik heeft min of meer de eigenschappen die elke jongen van negen heeft: hij is nieuwsgierig, een beetje naïef, denkt dat alles ergens anders beter is dan bij hem en ziet niet het slechte in mensen.
De insecten die beschreven worden in het boek, hebben elk een negatieve eigenschap. Deze negatieve eigenschappen lijken verdacht veel op de negatieve eigenschappen van de mens.
De wespen, de familie van Vliesvleugel, zijn verwaand. Ze zijn van adel en ze vinden zichzelf beter dan de bijen, het arbeidersvolk. De spin lijk in eerste instantie een lief beestje, maar blijkt gemeen en achterbaks.
De worm is eigenwijs en denkt dat hij de weg terug wel weet, maar hij is daar zo druk mee bezig dat hij met zichzelf in de knoop raakt. Letterlijk!
De slak denkt dat hij belangrijker is omdat hij mooi genoeg is en geen extra vel nodig heeft. Tenslotte zijn er nog de mieren die alleen met zichzelf bezig zijn, zij zijn immers de sterkste van het rijk.
Het mooie van het boek is dat waarheden zijn beschreven op een sprookjesachtige manier. De negatieve kant die iedereen wel in zich heeft komt heel mooi naar voren in dit boek. Ook het menselijke verlangen om van tijd tot tijd in een nieuwe wereld te willen stappen, waar de werkelijkheid beter zal zijn. In die zin is Erik of het Kleine insectenboek geen sprookje, maar de realiteit. Onder de humor en fantasieën ligt een serieuzere boodschap, die van het leven. Verschillende stukken in het boek blijven je hier constant aan herinneren.
Al met al is Erik of het Kleine insectenboek een aanrader voor jong en oud. Het is een sprookje, maar eentje die waarheden en levensboodschappen onderstreept.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten