woensdag 11 maart 2015
Fabriekskinderen
De arme familie Zwart leeft in een bouwvallig huis in Leiden. De drie kinderen Evert, Sander en Saartje staan elke ochtend vroeg op om te gaan werken in de Wolfabriek in Leiden. Een van de kinderen valt onderweg in slaap op de stoep. Een man vind hem en neemt hem naar huis. Als hij hoort van de armoede in de familie van het kind is hij helemaal verbaasd. Diezelfde avond overlijd zijn zusje, doordat zij ziek is geworden door de slechte omstandigheden in de fabriek.
Er zijn verscheidene personages in dit verhaal, ze worden echter niet uitgebreid besproken.
Als eerste is er natuurlijk Familie Zwart. De familie bestaat uit 5 kinderen en de ouders. De kinderen werken voor het geld. Het oudste kind heet Evert, hij is 13 jaar oud en werkt elke dag in de fabriek. Daarna is er Sander, hij is 12 jaar oud en werkt ook in de fabriek. Als laatste is er nog Saartje, zij is 11 jaar oud en overlijd door de slechte omstandigheden in de fabriek. Daarnaast is er ook nog een jonge dochter van vier en een baby van een paar maanden oud.
Naast de familie speelt ook Willem baron van Hogenstad een belangrijke rol. Hij is een jurist aan de Leidsche Academie. Hij vind Sander op straat en neemt hem mee naar huis om hem te verzorgen. Hieruit blijkt wel dat het een zorgzame man is met het hart op de goede plaats.
Het boek is aan het eind van de Romantiek geschreven, maar bevat geen duidelijke kenmerken van deze periode.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten